Eetbare wilde planten in de winter: wintergroen en winterwortels
Het is winter en de natuur is verstild. De bomen kaal, de bloemen verdwenen en een groot deel van de bovengrondse planten afgestorven. ‘Er is zeker niks meer te vinden aan eetbare wilde planten’, hoor ik vaak. Maar niks is minder waar! Zeker in de zachte winters van tegenwoordig valt er een heleboel te beleven op het gebied van wildplukken. Verschillende planten blijven in de winter doorleven en veel daarvan zijn eetbaar.
Kijk om je heen en er is van alles te vinden
Langs het pad en in het veld kun je eetbaar wintergroen bij elkaar scharrelen. Paardenbloemen, veldzuring, look-zonder-look en verschillende dovenetel soorten blijven, mits het niet te hard vriest, de hele winter groen. Kleefkruid is in de herfst ontkiemd en nu te vinden als jonge kiemplanten. Heerlijk, zo kun je de hele winter door gezonde blaadjes oogsten. Heb je een tuin of moestuin? Loop daar dan eens een rondje doorheen. Grote kans dat je vogelmuur, kleine veldkers, paarse dovenetel of duizendblad tegenkomt. Deze planten ontkiemen in de herfst en zijn de hele winter te vinden als vitaminerijke aanvulling op jouw wintermaaltijd.
Naast deze wintergroene planten zijn er ook verschillende planten met eetbare wortels. Heb je wel eens de paardenbloemwortel uit je gazon gestoken? Dan ken je vast de diepe penwortels van deze plant. Lichtbruin van kleur aan de buitenkant, wit van binnen. En het witte melksap kleurt je vingers zwart. Rauw is de paardebloemwortel nogal bitter van smaak, maar als je het roerbakt wordt de smaak een stuk milder. Zelf vind ik het heerlijk over een groene salade of als topping op bijvoorbeeld de pompoensoep van Rineke.
En zo zijn er nog veel meer eetbare wilde wortels. Misschien heb je de prachtige teunisbloem in de tuin, waarvan de gele bloemen ’s avonds als bij toverslag opengaan voor de nachtvlinders. De wortelrozetten van de plant in het eerste jaar hebben een malse eetbare wortel. Net zoals de wortelrozetten van de eenjarige wilde peen en grote klis. Zodra deze planten gaan bloeien, verhout de wortel en is deze niet meer bruikbaar.
Spelregels
Er zijn wel een paar ‘spelregels’. Pluk alleen planten die je goed kent. Bij twijfel laat je de plant natuurlijk staan. Verder pluk je alleen op schone plekken en met respect voor de natuur. Dat wil zeggen pluk met mate, alleen veel voorkomende planten en zeldzame en beschermde planten laat je staan. En wil je echt goed bezig zijn? Maak dan van een deel van jouw tuin een wilde tuin. Een tuin met een hoge biodiversiteit, waarin verschillende inheemse planten groeien en bloeien, waarin zaadresten van planten nog een voedselbron voor de vogels en schuilplekken voor insecten mogen zijn.
Pluklijstje
Een aantal wintergroene planten:
• Paardenbloem
• Vogelmuur
• Kleine veldkers
• Kleefkruid
• Paarse, witte of bonte gele dovenetel
• Veldzuring
• Duizendblad
• Look-zonder-look
• Akkerkool
• Kleefkruid (jonge kiemplanten)
Een aantal planten met eetbare wortels:
• Paardenbloem
• Zilverschoon
• Teunisbloem (het wortelrozet van de niet-bloeiende plant)
• Wilde peen (het wortelrozet van de niet-bloeiende plant)
• Grote klis (het wortelrozet van de niet-bloeiende plant)
Let op, er zijn een aantal belangrijke aandachtspunten:
- Pluk alleen planten waarvan je 100 % zeker weet wat het is. Bij twijfel niet plukken. Er zijn verschillende giftige planten. Deze kunnen overal staan: in jouw tuin, in de berm, in het veld, in het bos en langs het water
- Pluk alleen planten die er gezond uit zien en die groeien op schone plekken
- Beschermde en zeldzame planten laat je staan
- Pluk met respect voor de natuur, zorg ervoor dat de plant zich kan blijven voortplanten en dat er genoeg blijft staan voor de dieren en insecten
- Verschillende planten hebben een geneeskrachtige werking. Wees hier alert op bij medicijngebruik, controleer eerst of er geen dubbele werking is
- Je kunt voor alles allergisch zijn, dus ook voor eetbare planten. Wees hier alert op
- Maak van je tuin een wilde tuin. Goed voor de natuur en goed voor jou
Gebakken paardenbloemwortel ‘topping’
Ingrediënten:
- 1 flinke paardenbloemwortel
- Scheut olijfolie
- 1 theelepel kerrie
- Peper en zout naar smaak
Bereiding:
- Schrob de paardenbloemwortel goed schoon en snijd het in stukjes.
- Verhit de olie in een koekenpan. Roerbak de paardenbloemwortel op middelhoog vuur tot het zacht is. Breng op smaak met kerrie, peper en zout.
- Gebruik dit als ‘topping’. Strooi het bijvoorbeeld over een salade, in een kommetje pompoensoep van Rineke of over een groentestoofschotel.
Door: Leah Groeneweg van In het Wilde Weg.