De aromatische nichemarkt van Belle Marie

Rineke ging voor "MOOI Eten uit de lokale keten" op bezoek bij biologisch dynamisch kruidenbedrijf Belle Marie in Ruinerwold. Als kruidenliefhebber wilde ze daar graag veel meer van weten. Bijzonder dat het bedrijf tot stand kwam doordat André de geur van gagel in zijn jeugd rook. Daarna wist hij het zeker: hij wilde een bedrijf met verse aromatische kruiden. En zo geschiedde: ze richtten zich op de verkoop van verse, aromatische tuin- en slakruiden. Rechtstreeks aan de consument. Ze doken hiermee, met succes, in een nichemarkt. Hieronder een kort portret van hen. Wie weet inspireert hun verhaal andere ondernemers en telers.

Belle Marie in Ruinerwold

Jaren geleden begon Andre, samen met de oprichters van het Blauwe Huis Kruiden in Ruinerwold het kruidenavontuur. Na een aantal jaren zijn schouders onder dit bedrijf te hebben gezet scheidden hun wegen. Niet wat betreft kruiden maar met de toepassing ervan: Waar het Blauwe Huis Kruiden vooral zijn focus legde op het drogen van kruiden, sloegen André en Margje de weg in van verse, aromatische kruiden: keukenkruiden, slaboeketjes en theekruiden. En niet te vergeten hun eigengemaakte verse kruidensauzen en salsa’s.

En wie zich afvraagt waar de prachtige naam Belle Marie vandaan komt…van de (bij)namen van hun beide dochters.

De geur van gagel

Waarom naar de Noordermarkt in Amsterdam?

Als je in Ruinerwold je bedrijf hebt, is Amsterdam niet direct de eerste markt waar je aan denkt. Toch bleek dit dé markt voor hen. "Deze markt is eigenlijk de ‘moeder’ van alle andere bio-markten in Europa. Het is geen grote markt maar je kunt je hart er helemaal ophalen met veel + speciaal aanbod uit de biologische sector." Het is hard werken met hun vijven in de kraam. Ook de dag ervoor is het al hard werken omdat dan alle verse kruiden van het land moeten worden gesneden. En de 7 sauzen - rauw en onverhit- gemaakt moeten worden. Maar het is zo de moeite waard. Het is een prachtige manier om contact te hebben met je klant en de in vergetelheid geraakte voedselconnectie tussen platteland en stad weer leven in te blazen. “Voor onze klanten is het vaak een eyeopener dat basilicum bijvoorbeeld het kortste groeiseizoen (ongeveer 6 weken) van al onze kruiden heeft en daarom maar kort bij ons verkrijgbaar is. We zien het in de supermarkt het hele jaar en zijn dat besef dus een beetje kwijt. Dat is mooi aan een markt: het platteland gaat naar de stad en zo kunnen we iedereen spelenderwijs weer wat ‘natuur- & plattelandsvaardigheden’ bijbrengen.”

Op de markt kun je ook écht eigen baasje zijn: “Is het schaars, dan krijg je minder waar voor je geld. Is er een overvloed dan krijg je een grotere bos voor hetzelfde geld. En dat kunnen onze klanten waarderen.”

Wat de markt voor hen ook plezierig maakt is de grote ‘biodiversiteit aan klanten’. Die allemaal zo hun eigen beweegredenen hebben: de één komt voor hun prachtige kraam, de ander voor de smaak of de geur, weer een ander omdat ze enkel biologische kruiden willen eten. En natuurlijk trekken ze ook veel mensen vanwege hun gevarieerde assortiment. (tot wel 45 verschillende in het hoogseizoen) of simpelweg de mensen die komen voor de gezelligheid op de markt.

De mooie positie van ‘Calimero bedrijven’

Zinvol werk en een prettig leven zijn voor hen veel belangrijker dan groei en veel verdienen. In de begintijd van hun bedrijf dachten ze nog wel na over groeien. Maar nadat ze een tijdje kruiden aan horeca en bedrijven hadden geleverd beseften ze: “Het is heel hard werken en omdat de marges als tussenschakel klein zijn, moet je eigenlijk wel groeien." Hun keuze was daarom om klein te blijven en rechtstreeks aan de consument te leveren. Die ‘Calimero positie’ dwong hen ook om iets unieks te bedenken, anders zou je toch weer op prijs moeten concurreren met anderen. Voor zover zij weten zijn zij het enige bedrijf in Nederland- en de ons omliggende landen- die in deze nichemarkt van verse kruiden zijn gedoken.

Heb je nog een leuke actie voor de lezer van deze blog, vroeg ik André?

“Nee, die heb ik niet. Wij zijn niet van de acties en het past simpelweg niet bij ons "niche bedrijf". Mensen betalen bij ons een hele eerlijke prijs: wij halen nooit het onderste uit de kan. Overigens GEEF ik wel heel graag een aardigheidje weg; aan mensen die weinig geld hebben of als de natuur zo vrijgevig is dat er heel veel oogst is. En natuurlijk als er op het eind van de markt kruiden over zijn die niet meer verwerkt kunnen worden tot saus, deel ik graag iets uit.”

Mooi gesproken en een prachtige manier om aan de nichemarkt te denken als ondernemer. Zo kunnen we ook in het ondernemerslandschap meer biodiversiteit, kleur en smaak creëren. Door iets anders dan anderen te doen, 'vis je in een unieke vijver' zodat je minder met anderen hoeft concurreren*. Zo kon Belle Marie een jeugddroom realiseren en in haar eigen onderscheidende kracht blijven staan. Of zoals André zegt: écht eigen baasje zijn. In een bedrijf waar hun eigen normen, waarden en idealen de boventoon voeren. Het gesprek heeft mij in elk geval flink geinspireerd ten aanzien van onze eigen plannen in een nichemarkt: kleine boeren en telers een biodivers bestaansmodel bieden. Zie hierover: "Eet het jaarrond van eigen grond"

* Het liberale gedachtengoed heeft natuurlijk altijd beweerd dat we door concurrentie onszelf vooruit helpt. Raymundo Resink heeft daar een totaal ander idee over. Lees hier zijn artikel "Waarom iedereen wint al we concurrentie afschaffen". 

NB: in januari is Belle Marie nooit op de markt te vinden.